De patient als regisseur
14 maart 2023: Een 55-jarige vrouw bezoekt mijn spreekuur op verdenking van een recidief depressie. Zij gebruikt sinds 20 jaar fluvoxamine die gestart is toen zij een postnatale depressie doormaakte. In het psychiatrisch onderzoek noteer ik dat er sprake zou kunnen zijn van een organischpsychosyndroom.
15 maart 2023: Ik krijg een vreemd mailtje van mevrouw over de medicatie.
28 maart 2023: Ze verschijnt samen met haar partner, die mij wil vertellen hoe ernstig het met haar gesteld is. Ik leg hen mijn therapiemethode uit en merk op dat ze afwezig is en reacties geeft die niet passen bij een hoogopgeleide. Ik vraag me af: Zou er sprake kunnen zijn van Alzheimer?.
31 maart 2023: Patiënte vraagt per mail of zij zou mogen werken. Ze realiseert zich dat ik daar geen uitspraak over kan doen omdat dit de deskundigheid is van de bedrijfsarts.
5 april 2023: Patiënte belt mij op, omdat ze zich heel erg raar voelt. Ze noemt een aantal klachten die ik niet kan toeschrijven aan de medicatie. Ik adviseer haar om de volgende dag contact op te nemen met de huisarts.
6 april 2023: Ik bel de huisarts en adviseer hem om een spoed consult aan te vragen bij de neuroloog omdat ik vermoed dat patiënte lijdt aan een hersentumor.
13 april 2023: Patiënte belt mij op en zegt dat de neuroloog niets gevonden heeft. Ik sta perplex en besluit de huisarts te bellen. Hij vertelt mij dat mevrouw op de wachtlijst staat voor een MRI scan. Deze zal tussen twee en vier weken kunnen plaatsvinden. Ik vraag het telefoonnummer van de neuroloog en zijn naam. Ik bel de neuroloog die afwezig is. De dienstdoende neuroloog bevestigt dat zij over twee weken een MRI-scan zal krijgen. Ik geef terug dat ik mevrouw in 4 weken tijd sterk heb zien achteruitgang en ik vraag me af of het niet beter is om met spoed een MRI-scan aan te vragen.
14 april 2023: Patiënte belt me op en vertelt dat bij haar een goedaardige hersentumor is geconstateerd. Dit type hersentumor komt voor In haar familie. Op enig moment zegt ze dat ze moet ophangen, omdat de neuroloog eraan komt. Verbaasd vraag ik of ze nog In het ziekenhuis is. Dit blijkt het geval. Als ik de hoorn op de haak leg denk ik bij mezelf: Lieve help, wat een fantastisch staaltje van samenwerking tussen huisarts, psychiater, neuroloog en niet te vergeten de patiënt.